Categorieën
beeld erger tekst

– zonder titel –

de stofnevels gegaan en gekomen,
niemand die het weet
gebarsten bomen weggedoken tussen honderden,
de andere spoken.
blauwgroen licht donkerder dan de nacht
zwaarder dan de wil
ruller dan het strand
zacht zand vult alle spleten, doodt alle schaduw.
zure regens maken kortstondige geulen die
verharden en verkolen.
bliksem sterft
de gevoelens die altijd hebben bestaan,
voor de meeste tijd.
een vormloze implosie zichzelf vergetend,
vervagend,
vervangen door geronnen angst
ontketend toen we niet voelden
kijkend door een grijze muur
eindelijk sluiert het,
opgezwollen vlees, groen etterend, voor altijd hard
stuiterende botten gebogen in grotten
van verslindende oude onwil.

korsten vormen zich in brandende hitte,
verzengend vuur barst,
sijpelt, doorklieft de nissen van vreemdelingen
eens verholen in dit gif.

fragmenten komen op gang, verpulverd door de tijd
verschijnen ze als een flets afgietsel van originelen.
ontspringen en bewegen
rustloos trillen
het scheurt
het spettert open
en besprenkelt
vonken, die over willen slaan
altijd versperd
ontdaan van betekenis

eens moet de bliksem.


Jaap Zwart, 1981 (?)



ill. Odilon Redon, À Edgar Poe, L’Oeil, comme un ballon bizarre se dirige vers l’infini, 1881