Ze wrikt plagerig aan mijn enkel,
maar ik verlies mijn evenwicht niet.
Ik sta stabiel op een rots,
terwijl zij watertrappelt.
We praten.
Ze is soepel als een dolfijn.
Haar lichaam perfect verpakt
in een glinsterend zwemkostuum.
Haar beginnende borsten
achter gladde zwempakstof
verstopt, verscholen.
— Enkel welvingen zichtbaar.
Ik voel dat ze flirt, deze schone Lolita
en schrandere waternimf.
Heilige en magische gedachten
ontspringen in mijn psyche.
Maar nog geen seconde later
voel ik mij existentieel geboulverseerd.
Van mijn sokkel gerukt.
Aangemeerd in de maritieme tuin van de octopus.
We zweven vanzelf in deze onderwaterwereld,
Lolita en ik,
samen met de veelkleurige, subtropische vissen
en een ton nog onontgonnen zeegeheimen.
Ook de basale verlangens ontwaken
en vatten vervolgens vlam (een dieporanje vuur),
waarna ik mijn arme hoofd helemaal verlies.
Overspoeld zoals in een droom die ik mij
achteraf enkel via fragmentarische flarden herinner,
zoals een kubistisch, surrealistisch schilderij
van Picasso of Dalí.
Dat is het proces a posteriori,
het herinneringswerk.
Terug de neuronale banen
in je kanis proberen te plaveien
tot wegen naar de werkelijkheid.
Zo ga ik terug naar mijn Lolita.
Want de droom was echter
dan de realiteit.
… dat de maan niet zonder je kan.
Categorieën