Denkend aan Holland zie ik brede wegen traag door oneindig laagland gaan. Slierten mensen in files aaneengeregen op weg naar Vinex-wijk of woonboulevard.
Politici die plechtstatig de Vox populi nabauwen, op hun hoge hoed fier pluimen zetten, om aan de einder gekomen amechtig nog eenmaal tegen elkander op te staan.
En in die dooraderde ruimte verzonken liggen mega-boerderijen verspreid door het land. Omheinde bossen, desolate dorpen met vermolmde kerken en steden vol wolkenkrabbers, alles in een immens verband.
De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in uitlaatgassen gesmoord.
En in alle gewesten – van gewest tot gewest – wordt de stem van het volk met zijn eeuwige rampspoed gevreesd en gehoord.
RADIO KLEBNIKOV 18/01/2020 : Sarah Michaux en Liesbeth Lemmens vertolken 2 fragmenten uit ‘Een man begraaft een boom’ van Shari Van Goethem met levende gitaarbegeleiding van Klaus Pardon.
tekst: SHARI VAN GOETHEM
een man begraaft een boom een vrouw valt voorover in een lege kamer een andere man rolt landkaarten op een andere vrouw ligt in een bijna lege kamer op een halve vrouw na is ze alleen nog een andere man is alleen er speelt een kind en een transistorradio drie meisjes hurken
onderaan de trap gaat zij liggen. zij gaat liggen. onderaan de trap
zij blijft liggen. onderaan de trap blijft zij liggen. een jongen komt binnen
komt binnen, stapt wijdbeens over de vrouw heen. zij
blijft liggen. onderaan de trap
onderaan de trap. een jonge vrouw komt binnen. zij blijft liggen. buigt
zich over haar heen. zij blijft liggen. de jonge vrouw staat op
staat recht. zij blijft liggen. overweegt de lift
maar ze gaat liggen
ze liggen. onderaan de trap. onderaan de trap blijven ze
liggen. tot de vloer zich vult met vrouwen
de vloer vult zich met vrouwen. ze gaan liggen. ze blijven
liggen. onderaan de trap. onder de trap. aan het raam
aan het raam. overal. ze liggen overal. de vrouwen, ze liggen. overal
planten hun vuist in eigen maag. maar blijven liggen
ze blijven liggen tot de kin de knieën raakt. dan staan ze op. de vrouwen
ze staan op. zij