Hij vindt het langzaamaan prima om via internet zijn verf te bestellen, maar wanneer dat niet meteen lukt, omdat ze allemaal nieuwe eisen hebben aangaande niet onthouden wachtwoorden en telefonisch vanwege technische problemen uit de lucht zijn en hij na 5 uur eindeloos proberen de volgende ochtend via Facebook NB ergens diep in Duitsland contact krijgt met éne Sabina
die over zijn Lukas olieverf gaat, wordt na uitleg en overleg met echte Duitse excuses, alles versneld in gang gezet om zijn verf zo snel mogelijk bij hem thuis te bezorgen,
met door hem telefonisch afgedwongen
korting vanwege opgedaan ongemak.
Mister Track & Trace zegt dat de verf vrijdag 18.00 uur uit de fabriek in Erftstadt-Lechen is vertrokken en dat het best zou kunnen dat levering wellicht nog 24 tot 48 uur duurt en dat hij sowieso moet wachten op actualiseringen, aldus Mister Track & Trace.
Vroeger haalde Harmen zijn verf in de winkel voor schildersbenodigdheden, maar daar verkopen ze zijn verf niet meer, enkel nog verf voor amateurs.
Vandaag werd hier voor het eerst uw prik thuis bezorgd. Het sputtert en komt er met horten en stoten uit. En nu slaan plotsklaps ook nog alle stoppen door!
Uw prik is zogezegd regelrecht kloteprik!
Is die nieuwe prik van u wel helemaal oké? Heeft u uw prik niet stiekem versneden? Met nepprik bijvoorbeeld of van die goedkope vuile? Zitten er geen klontjes in of luchtbellen, van die natte?
Ja, je weet het tegenwoordig niet, hè. Rare dingen doen zich wel vaker voor de laatste tijd. Maar als het weer gebeurt stuur ik alles linea recta terug hoor!
Druk ik uw prik net zo makkelijk terug door die twee gaatjes. Dan moet u er zelf nog maar eens goed naar kijken. Of het allemaal wel zuivere prik is en helemaal 100%.
GRAPES OF ART – CORONA / HEAVEN IS A BEAUTIFUL PLACE
Schilderij: Ilse Derden Fotografie, montage en productie: Arnout Camerlinckx Geluid: Radio Klebnikov (Angelika Thulke leest Corona van Paul Celan)
tekst:
Corona Aus der Hand frißt der Herbst mir sein Blatt: wir sind Freunde. Wir schälen die Zeit aus den Nüssen und lehren sie gehn: die Zeit kehrt zurück in die Schale.
Im Spiegel ist Sonntag, im Traum wird geschlafen, der Mund redet wahr.
Mein Aug steigt hinab zum Geschlecht der Geliebten: wir sehen uns an, wir sagen uns Dunkles, wir lieben einander wie Mohn und Gedächtnis, wir schlafen wie Wein in den Muscheln, wie das Meer im Blutstrahl des Mondes.
Wir stehen umschlungen im Fenster, sie sehen uns zu von der Straße: es ist Zeit, daß man weiß! Es ist Zeit, daß der Stein sich zu blühen bequemt, daß der Unrast ein Herz schlägt. Es ist Zeit, daß es Zeit wird.
Denkend aan Holland zie ik brede wegen traag door oneindig laagland gaan. Slierten mensen in files aaneengeregen op weg naar Vinex-wijk of woonboulevard.
Politici die plechtstatig de Vox populi nabauwen, op hun hoge hoed fier pluimen zetten, om aan de einder gekomen amechtig nog eenmaal tegen elkander op te staan.
En in die dooraderde ruimte verzonken liggen mega-boerderijen verspreid door het land. Omheinde bossen, desolate dorpen met vermolmde kerken en steden vol wolkenkrabbers, alles in een immens verband.
De lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in uitlaatgassen gesmoord.
En in alle gewesten – van gewest tot gewest – wordt de stem van het volk met zijn eeuwige rampspoed gevreesd en gehoord.
RADIO KLEBNIKOV 18/01/2020 : Sarah Michaux en Liesbeth Lemmens vertolken 2 fragmenten uit ‘Een man begraaft een boom’ van Shari Van Goethem met levende gitaarbegeleiding van Klaus Pardon.
tekst: SHARI VAN GOETHEM
een man begraaft een boom een vrouw valt voorover in een lege kamer een andere man rolt landkaarten op een andere vrouw ligt in een bijna lege kamer op een halve vrouw na is ze alleen nog een andere man is alleen er speelt een kind en een transistorradio drie meisjes hurken
onderaan de trap gaat zij liggen. zij gaat liggen. onderaan de trap
zij blijft liggen. onderaan de trap blijft zij liggen. een jongen komt binnen
komt binnen, stapt wijdbeens over de vrouw heen. zij
blijft liggen. onderaan de trap
onderaan de trap. een jonge vrouw komt binnen. zij blijft liggen. buigt
zich over haar heen. zij blijft liggen. de jonge vrouw staat op
staat recht. zij blijft liggen. overweegt de lift
maar ze gaat liggen
ze liggen. onderaan de trap. onderaan de trap blijven ze
liggen. tot de vloer zich vult met vrouwen
de vloer vult zich met vrouwen. ze gaan liggen. ze blijven
liggen. onderaan de trap. onder de trap. aan het raam
aan het raam. overal. ze liggen overal. de vrouwen, ze liggen. overal
planten hun vuist in eigen maag. maar blijven liggen
ze blijven liggen tot de kin de knieën raakt. dan staan ze op. de vrouwen
ze staan op. zij
GROSSE, GLÜHENDE WÖLBUNG mit dem sich hinaus- und hinweg- wühlenden Schwarzgestirn-Schwarm:
der verkieselten Stirn eines Widders brenn ich dies Bild ein, zwischen die Hörner, darin, im Gesang der Windungen, das Mark der geronnenen Herzmeere schwillt.
Wo- gegen rennt er nicht an?
Die Welt ist fort, ich muß dich tragen.
voordracht: Angelika Hulsmans gitaar: Klaus Pardon techniek: Arnout Camerlinckx
beluister de volledige show van dit fragment:
RADIO KLEBNIKOV is het levende programma van de Vrije Lyriek – elke zaterdag van 18:00 tot 20:00 op RADIO SCORPIOhttp://radioscorpio.be/luister.html
De Neue Kathedrale des erotischen Elends is een open, anti-elitair en a-commercieelontwikkelings- en saneringsprogramma dat onderzoek verricht naar hedendaagse vormen van creatieve beleving, de mogelijke functies van de auteur daarin en deelroutines ontwikkelt die voordelig kunnen zijn voor ieders mentale gezondheid. De NKdeE richt zich bij uitstek op het schrijven en het tekenen en het schrift als brug tussen beide creatieve activiteiten.
Als programma is de NKdeE zelf een geheel van lopende schrijfprogramma’s waarvan sommige al wat gedocumenteerd zijn. Momenteel zijn deze programma’s min of meer actief:
Hieronder wordt bovenstaande omschrijving verder verklaard:
open, a-commercieel en anti-elitair: alles wat de NKdeE doet, maakt of voorstelt is gratis beschikbaar en zoveel mogelijk toegankelijk voor iedereen. De NKdeE hanteert geen productielogica met producerende auteurs en consumerende ‘lezers’ maar een belevingslogica waarin iedereen evenzeer auteur is. Het haalt dus de oude kreet van Joseph Beuys dat iedereen kunstenaar is van onder de Documenta-mottenballen. De NKdeE wil echter met ‘kunst’ niets te maken hebben omdat die vlag in haar visie enkel een verouderde visie op creativiteit genadeloze exploitatie van individuen en een voor alle betrokkenen nefaste productielogica bedekt met de liefde voor de roem en het geld.
het is een ontwikkelingsprogramma, dwz. dat het poogt hulpmiddelen te ontwikkelen voor een gezonde creativiteitsbeleving voor iedereen
het is een saneringsprogramma omdat met name in de meer filosofische geledingen van haar bewegen de NKdeE het menselijke denken wil zuiveren van wat het ziet als de ontologische ‘ziekte’: een dwangmatige reductie van het gebeuren tot de Dingen en het Zijn. De NKdeE ontwerpt daartoe een dynamische vervangingsmodule voor de oude Zijnsleer, namelijk de Gignomenologie, een soort van non-filosofische en bruikbare theoretisering van het Gebeuren als gebeuren. De oude ontologie zelf alsmede grote delen van de wiskunde en de wetenschappen wordt zeker niet verworpen (de NKdeE kent geen afval, alles wordt gerecycleerd) maar teruggebracht tot haar ware humane geldingskracht
de NKdeE is een programma, dwz. dat het echt geconcipieerd is als de mock-up voor een mogelijk programma. In haar eerste verschijningsvorm (2004-2010) was de NKdeE dan ook een werkende web-applicatie. Een gedeeltelijke reconstructie daarvan kan u bekijken via nkdee.be, maar veel van de functionaliteit op basis van java en xml-technologie is helaas niet meer in werkende staat
de NKdeE doet op vrij systematische wijze aan onderzoek en stelt gaandeweg haar onderzoeksresultaten zoveel mogelijk begeleid van de nodige documentatie beschikbaar online. Vooralsnog (en sinds 2004) is het een eenmansoperatie van de Kathedraalauteur, dus verwacht wat dat betreft geen mirakels…Het onderzoek wil graag wetenschappelijk worden, maar kan dit momenteel niet zijn omdat het een eenpersoonsonderzoek is (ik probeer wel zo ‘wetenschappelijk’ mogelijk te werken).
creatieve beleving: de NKdeE stelt onze huidige vorm van creatieve beleving serieus in vraag. In de cultuurindustrie zoals we die nu kennen gaat elke authentiek creatieve beleving verloren en wordt de menselijke nood daaraan vervangen door een lege en verslavende vorm van consumentisme. De vele kritische analyses daarvan zijn bekend maar de analyse en de kritiek verstomt ogenblikkelijk als de eigen positie van de ‘kunstenaar’ , de ’theoreticus’ of de ‘auteur’ in het gedrang komt. Logisch, niemand wil de tak afzagen waar zij opzit.
Door zich geheel onafhankelijk van enig verdienmodel op te stellen is de NKdeE ’takvrij’ en dien ik niet diezelfde schroom aan de dag te leggen. Het resultaat van een 14 jaar lang volgehouden a-commerciële praktijk is een complete demystificatie van het creatieve veld waar voorheen alles ‘nu eenmaal is wat het is’. De NKdeE toont dat het onmogelijke zoniet mogelijk dan toch al denkbaar kan worden gemaakt en zij doet dit niet door hoogdravende theorie maar door navolgbare praktijk.
De NKdeE hanteert daarbij het begrip van het ‘exemplarisch activisme’: wij hebben geen kritiek, wij zeggen niet hoe het moet, wij stellen een voorbeeld dat al dan niet navolging kan krijgen. Dit is natuurlijk geheel conform aan de idee dat iedereen auteur is en ook lezer en dat diegene die het meest adequaat aan de huidige situatie kan lezen of schrijven het meeste navolging zal krijgen: we geloven in de lezer en de gebruiker als drijvende kracht voor de toekomst en niet in het fictionele genie dat enig dictaat voorkauwt voor een murw gedacht ‘publiek’
iedereen is auteur, dus dat vergt een diepgaand onderzoek naar de functie die daardoor wordt benoemd. De NKdeE heeft zich van meet af aan voorgenomen vooral van de auteursfunctie haar onderzoeksterrein te maken en wendt daartoe al haar beschikbare middelen aan. De auteur wordt gedacht als essentiële ‘poort’ voor het gebeuren: er is geen creativiteit denkbaar zonder die typisch humane ‘agent’, wat niet wil zeggen dat de auteursfunctie niet door AI-implementaties zou kunnen worden vervuld. Integendeel: de tentatieve AI-invullingen geven ons een quasi extern beeld van de humane auteur, een beeldvorming die voorheen ondenkbaar was en enorm stimulerend is voor het herdenken van de functie zelf
de belangrijkste motivatie voor het onderzoek is de overtuiging dat de creatieve beleving bevrijd moet worden van het commerciële juk en terug in dienst gesteld van de mentale gezondheid van de mensen die er deel aan hebben. We hebben dan ook bijzondere aandacht voor de mogelijk therapeutische werking van bepaalde binnen de NKdeE ontwikkelde vormen van creativiteitsbeleving zoals het Meditatief Schrijven of het Asemisch Lezen.
[Voordracht van het driedelige gedicht van Paul Snoek op Radio Klebnikov – live recording van 11/01/2020]
PAUL SNOEK – Nostradamus
I
Mijn hielen aan de koele tegels des waters
en de maan door mijn oorschelp verduisterd,
zo durf ik rusten in de gleuf der glazen heuvels,
waarin de nacht mij als een zucht weerkaatst,
want waarlijk, een kus is mijn enige zintuig.
En zacht, als zilver dat men bijna aanraakt,
volbreng ik verzadigd de werken der goden.
Dit is mijn longen ontladen en drinken en
tussen adem en schaduw bewonderend voelen
hoe mijn handen angstvol in hun warme holte
de koude vingers van hun schepping strelen.
II
Het is een droom, voortvluchtig als water,
het korte glimmen van een mantelhaak,
het bijna horen zingen van een vreemde vogel,
iets dat ik mij enkel ’s winters herinner.
Het is de droom dat ik tover met echo’s
dat ik doorzichtig het water weerkaats
en het water niet naboots,
dat de dauw die in mijn neusgang stolt
de bloem beweent die ik mij heb verbeeld,
dat de kleur die aan mijn vingers kleeft
aan de vleugel ontbreekt van de vlinder
die ik zag met het hart van mijn oog.
Het is de droom dat ik droomde.
III
Wanneer de ijsprins mij verlaat
en mijn borst zich bevrijdt van zijn schuddende ebbe,
wanneer ik mij wond aan de pegels der stilte
of aan het laatste slurpen van het daglicht,
het is dan dat een god mijn lichaam bewoont.
Het is wanneer ik hem vluchtend benader
en op zijn schouder rozen kus of soms
mijn mond laat rusten als een munt
dat ik mij uitwis en kortstondig glinster
als de ster, vóór zij in zee valt.
Het is wanneer ik even sterf
dat ik hem eeuwig liefheb en vallend bewonder.
[eerste deel van de voordracht/radiobewerking van DE GESTALTE DER STEM proëzie van Bert Schierbeek (Bezige Bij 1957)]
tekst (<DBNL):
IK BEWEEG MIJ nu in de gestalte der stem
die gaat in de kilkeper het woord
in mijn linkerhand een gehoorapparaat
in de rechter de huid van de aarde
ik hoor de weerwraak
ik zie het slachtofferspel der geliefden
ik zet mijn hart uit in de tastende ruimte
mijn mond op het raster der angst
mijn lippen kussend de donkere gang van het leven
in de doorbraak der ogen het licht
van de architectuur van de stem
die gaat binnen de tonggeslachten
door het raamwerk der voorstellingsstromen
in het wonderlijk kristal van het zweet onzer handen
langs de denkbeeldige muur
met de poorten van in- en uitgang
over de drempel der zevende eenzaamheid mens
die bouwt in de architectuur van de stem
die staat als het dak over woorden
de zwarte zee en de huifkar der liefde
het edelkoord van het schrift der dode volken
en het breukverband der verdoofde oren
de bouwkunstige gang van de stem op aarde
dat is zei een man dat ik zo licht mag worden als zeer oude
thibetanen en mij met ketenen omhang om van de aarde te
blijven om het levensbeeld van minnend maanvolk aan de
hellingen der bergen te voltooien met de naar binnen
geslagen stem der wijzen uit het duistere gat van het licht
waarin ik woon en zeer langzaam met spelden de muren
doorboor om wederom tot de zon te geraken gaande naakt
door de eeuwige sneeuw van het bidden voor een beeld van
altaar in de omwandelende voet van het heiligdom
strelend de verlatenheid van de menselijke huid gaat de hand
van de stem
ik speel met de vingers
ik heb mij van veel ontdaan
met de worgende en strelende vingers
ik sta alleen in het huilende huis van de wind
met de verloren handschriften der dode zee
zo zout
zo oude legende
de knoros van het licht in mijn ogen
de vliegende koeken verlaten mijn handen
dat zijn de daden
om te verzachten
zij maakten daarvoor zei de man wonderlijke reliefs in de
vorm van wagenwielen en ook zo groot en de spaken waren
de paden waarop gesteld stonden de gestalten van verbeeldin
die hen omringden de vlaggen, lampen en wierook en de
stemmen der lama’s waren torentjes klei de torma’s
genaamd
dit is
de cosmogenese der stem vol vreemde figuratie
over de lippen
de menselijke
de draagbalken weedom
de consoles vertrouwen
de loketten der twijfel
de hang en sluitwerken der hartkameren vrees
de windhaken der hoop
de wonderlijke formules van de eenheden uitgaande en
inkerende stem waardoor ik de dood vrees
zoals de arme vrouw die de stemmen kent soms vraagt het
geluid te stoppen of wat terug te zetten en ook de gaten der
doorgang de deuren muren en ramen
de stem die de genade niet geeft
en de gek van de mens maakt die hoort
want er zijn slechts weinigen die de stem horen
maar er zijn er de velen die haar maken
zij bouwen het schaduwtheater der verontrusting binnen de
tekenen der contemplatie en staan kinderernstig in de
wenteling van het wiel sluiten hun ogen grijpen duizelig het
speelgoed en laten het vol vrees en verwondering de blinde
vingers der daden ontglippen
en zij graven een gat voor het wiel om het te verbergen
een heilige grot
en zij slaan gade de wenteling van het wiel dat hun wereld is
en zij vrezen binnen de gekleurde samenzang die zij doen
zij zien een krampplaat vol afzondering
een hongerplafond
zij straffen en lachen een architraaf over alles
het kettingverband van het leven op aarde
de menselijke stem
de schreeuw uit het mangat
de afstand van iedere dag naders gemeten
waarover wij lopen wat wij kunnen
met de voeten in de epische gestalte der stem
ook ik die reed in het hart van de weerkerende vrouw van
liefde uit het land kostverloren en de buurtschap genaamd
hongerige wolf in de omslag van de versiering der blikken de
maag leeg en de maan laag onder het melkgesprek van de
sterren en zeer bewogen want ik had mij van veel ontdaan
ik woonde in de waterschoten der grachten
en in de windharp het woord
mijn hart lag op mijn handen en klopte langs de bouwputten
der huizen
ik had de wakers en slapers geplaatst binnen de vervoering
der stem
en de stem was de eenzaamheid
waarover wij lopen wat wij kunnen
met de zwijgende stenen die de nagel schrapen
tegen de stilte der stem
en ik schreef vreemde talen tegen de donkere muren
omdat kwekers bomen bouwen, zei de geliefde
en mijn stem beweegt zich door de offers
en is met open mond bewogen
temidden der mensen met de vreemde lampen geluid
leg ik de dag vast
de iedere
op het gezegelde veld der seconden
binnen het dekblad der tijden
de bekfluit geheven tot het beeld van dit tongwerk
in de gewonde mond die de boom zal bouwen
van de ontrukte en schouwende gang van de stem
plechtig als een oerwoud
omarmend het ongeziene water
de vrees in de keel der dieren
de stap en de stand van de trotse flamengo
de gevleugelde afdruk der handen gehouwen in stenen
woestijn
om dit toonaarden geslacht de draagbalk te verleggen
van de taal
de avater
de dada
de wonderboom van dit hoofdmanuaal
levend in de windtrap der stamtonen
de stijgende
de dalende
de madrigale vloed der gemene namen
de mysterie-stad van de stem
het onder-en-boven-ding
mijn koelemansoog geheven
mijn zon-en-regelkeel
de wonderlijke kiel van dit schip gekanteld op aarde
de romp van deze schelp is doorzichtig
de traanbouw het heelal van het hart
het oor het omvamend karkas
boven het ontoereikende doen van de handen
het beeld van de gestoorde
ik in mijn stem
die de klank naboots
ik lig aan de kust en luister
in de verschrikkelijke greep der aanwezigheid
een zwarte paus
een lichtridder
een fabelfontein
van het modderbad van de menselijke stem
Thomas van Aquino’s toeval en confirmation bias lopen nooit in de pas
Het verschil tussen waan en manie is ieniemienie, mensen. Pas dus maar op voor confirmation bias. Want zij viert hoogtij vandaag de dag. Grijpt je zo bij de kladden als jullie niet uitkijken. Wanneer iedereen daarin meegaat zijn de rapen goed gaar!
Vandaag deed ik eindelijk wat Ellsworth Kelly me influisterde. Hij vroeg mij in een droom de dag dat hij stierf: “Hoe is afraid of red, yellow and blue, Harmen?”
Ik moest ook maar wat tubes zwart leeg knijpen. Op een ander werk, dat ik later zal n u a n c e r e n. Nu denk ik dat het goed is, dat zwart. Het werk is bijna stil, zo donker…
Geen trompetten of dolfijnen, geen mensentaal. Geen contingentie, alleen fijngemalen elvenbot. Thomas van Aquino’s toeval en confirmation bias lopen nooit in de pas. Want pas als een werk ontploft en tegelijk stilstaat, is het af.